De reuzenpanda leeft bijna onafgebroken in bamboebossen. Wetenschappelijk gezien is het een alleseter, aangezien bekend is dat hij af en toe eieren eet en samen met bamboe ook wat insecten consumeert. Deze zijn voor haar noodzakelijke eiwitbronnen. Bij het kauwen trillen haar oren. Een volwassen panda weegt 70–160 kg en is 1,2–1,9 m lang. De staart van de panda is kort, meestal slechts 10–15 cm lang. In tegenstelling tot andere beren gaat hij niet in winterslaap, omdat hij niet in staat is voldoende vetreserves op te bouwen. De reuzenpanda leeft een solitair leven, mannetjes en vrouwtjes ontmoeten elkaar meestal alleen tijdens de paringstijd, die van maart tot mei duurt. De paring is van korte duur (van 30 seconden tot vijf minuten), maar vindt herhaaldelijk plaats. Aangezien het embryo zich zeer snel ontwikkelt, kan het vrouwtje theoretisch al binnen 45 dagen bevallen, maar gezien de omgevingsomstandigheden ook pas na zes maanden.