Een dier behoort tot de onevenhoevigen. In het verleden werden paarden voornamelijk gebruikt voor landbouw, vervoer van goederen en personen, en vanaf de 20e eeuw dienen ze vooral voor recreatief rijden en sport. Een vrouwelijk paard wordt merrie genoemd. Rijpaarden wegen tussen de 300 en 700 kg, afhankelijk van het ras. Trekpaarden wegen tussen de 700 kilo en 1 ton. Een essentieel onderdeel van het dieet van een paard zijn korrelige voeders, vooral haver omdat deze licht verteerbaar is, gerst of rogge. Verder maïs, lijnzaad dat de spijsvertering beïnvloedt en bijvoorbeeld zemelen, melasse of suikerbiet. Er is grote variabiliteit in rijsnelheden, van zeer langzaam galopperen rond de 15 km/u tot 60 km/u bij races. Er wordt onderscheid gemaakt tussen rijkunstige galop (12-15 km/u) en veldgalop (25-40 km/u). De gebruikelijke draagtijd bij merries wordt geschat tussen 330 - 345 dagen. Paarden worden 23 - 30 jaar oud.