De tijger is een imposant dier met een gedrongen lichaam en kortere, krachtige poten. Mannetjes bereiken een lichaamslengte (inclusief staart) van 270 tot 310 cm, terwijl vrouwtjes 240 tot 265 cm kunnen worden. De schofthoogte van een tijger varieert van 90 tot 110 cm. Mannetjes wegen tussen de 180 en 258 kg, terwijl vrouwtjes slechts 100 tot 160 kg wegen. Elke tijger heeft een uniek patroon, waardoor hij van andere exemplaren te onderscheiden is. De tijger is een toppredator en is uitgerust voor de jacht met sterke kaken en krachtige tanden. Zijn hoektanden zijn 7 tot 10 cm lang, de langste onder alle levende katachtigen. Op de tong bevinden zich harde papillen, waardoor de tong erg ruw is en de tijger ermee vlees van de botten van zijn prooi kan schrapen. De tijger is de toppredator van het hele ecosysteem en voedt zich met een breed scala aan prooien. Tijgers zijn 's nachts het meest actief wanneer ze op jacht gaan, en rusten overdag meestal in de schaduw. Tijdens de heetste uren kunnen ze in het water worden gevonden om af te koelen, want in tegenstelling tot andere katachtigen houdt de tijger veel van water. Naast uitstekend zwemmen kan de tijger ook goed klimmen en springt hij tot een afstand van 8 tot 10 meter. In het wild wordt de tijger 8 tot 10 jaar oud, uitzonderlijk 20 jaar.