Het doel van het spel is alle schepen van de tegenstander tot zinken te brengen.
Elke speler plaatst na het opzetten van de scheidingswand zijn schepen (onzichtbaar voor de andere speler) op willekeurige vakjes van zijn speelveld. De schepen mogen elkaar niet direct raken. De speler die aan de beurt is, geeft de coördinaten door aan de tegenstander, bijv. C3. De tegenstander controleert of een van zijn schepen is geraakt en drukt op de rode knop voor een treffer of op de witte knop voor water; je hoort respectievelijk een explosie of het geluid van water. De lampjes gaan één voor één aan. Als het projectiel in het water belandt, gaan de lampjes uit. In het geval van een treffer knipperen de lampjes afwisselend. De speler die heeft geschoten markeert op zijn eigen plan, dat aan de wapenzijde is bevestigd, het betreffende vakje, bijv. C3, met een rode pin bij een treffer of een witte pin bij water. De tegenstander markeert de ontvangen treffer op zijn schip met een rode pin. Zolang de speler blijft raken, mag hij verder schieten.
