Tegenwoordig worden we steeds vaker geconfronteerd met uiteenlopende aanpakken, aanbevelingen en soms zelfs tegenstrijdige informatie over wanneer en hoe te beginnen met de eerste bijvoeding. Voor elke ouder is het volkomen logisch om fouten te willen vermijden, te zorgen voor voldoende belangrijke voedingsstoffen voor het kind en tegelijk de gezondheid en de gevoelige spijsvertering van de baby te beschermen.
Wanneer beginnen met bijvoeding
Rond de afgeronde 6e levensmaand van je kind. Tot die tijd is moedermelk de meest geschikte voeding; die levert je baby alle belangrijke voedingsstoffen. Alleen in enkele specifieke gevallen, in overleg met de kinderarts (bijvoorbeeld bij ijzertekort), kan met bijvoeding iets eerder worden begonnen – altijd na overleg met een arts.
Elk kind is anders en is misschien niet precies klaar wanneer de zesde maand is afgerond. Er zijn signalen waaraan je kunt zien dat je baby klaar is voor bijvoeding. Het kind moet zelfstandig of met lichte steun rechtop kunnen zitten, het hoofd en de nek goed kunnen controleren en tegelijkertijd actieve interesse tonen in jullie eten aan tafel. Heel belangrijk is ook het vermogen om kleine hoeveelheden gepureerd voedsel door te slikken zonder het met de tong weer uit de mond te duwen. Met vaste voeding kun je beginnen zodra er bij je kind tandjes beginnen door te komen.
Het introduceren van bijvoeding betekent niet dat je met borstvoeding moet stoppen. Borstvoeding kan parallel aan de bijvoeding doorgaan en volgens de aanbevelingen is het wenselijk door te gaan met borstvoeding tot de leeftijd van één jaar. Het introduceren van bijvoeding leidt geleidelijk tot de overgang naar gemengde voeding, waarbij je vaste voeding naast moedermelk of kunstvoeding aanbiedt, zodat je je baby voldoende voedt en een goede groei ondersteunt.
Hoe begin je met de eerste bijvoeding – stap voor stap
De eerste hapjes moeten een fijne, puree-achtige structuur hebben. Fijn gepureerde gekookte groenten of fruit, of een baby-rijstpap met een iets dunnere romige consistentie, zijn ideaal. In het begin eet de baby ongeveer één tot twee kleine theelepeltjes; na verloop van tijd kun je de porties langzaam vergroten. Geduld is essentieel: elk kind moet geleidelijk wennen aan nieuwe smaken en structuren.
Bied de eerste hapjes aan op een moment dat het kind noch hongerig, noch te vol is. De late ochtend of rond het middaguur is vaak ideaal. Gebruik voor het voeden veilig kinderbestek en een zachte plastic lepel met afgeronde randen.
Welke voedingsmiddelen zijn het meest geschikt?
In het begin worden vooral gekookte wortel, broccoli, bloemkool, zoete aardappel of pompoen aanbevolen. Later kun je fruit toevoegen (appel, peer, banaan). In de achtste tot tiende maand kun je wit vlees en vis introduceren.
Vermijd in het begin gezoete en gezouten producten, honing (risico op botulisme), koemelk op jonge leeftijd (allergie en intolerantie), conserven en producten of ingrediënten met toegevoegde stoffen.
Daarentegen is het aan te raden biologische producten op te nemen; het voordeel is een ecologische productie zonder pesticiden en vaak een hoger gehalte aan voedingsstoffen.
Bijvoeding is geen wedstrijd. Respecteer de individuele behoeften van je kind, wees geduldig en let op de reacties van je kind.